Monday, January 30, 2012

Tree of Life

Sommige films komen uit en creëren veel rumoer en toch duurt het dan nog flinke tijd voordat je ze ziet.
Ik had dat ooit met Schindler's List en recenter Diving Bell & Butterfly (zie eerdere post). Beide films maakten enorme indruk op me en ik begreep niet helemaal waarom ik zo lang gewacht had.
Gisteren eindelijk Tree of Life gekeken. Film van en met Bradd Pitt en Sean Penn uit 2011. Eigenlijk hetzelfde verhaal. Veel over gehoord toen hij uitkwam en daarna eigenlijk vergeten. Nu spijt van want echt een film die je op groot doek in bioscoop moet zien. Prachtige beelden, geweldige fotografie en een verhaal dat langzaam je strot dicht knijpt.

Verhaallijn
Brad Pitt is de gefrustreerde vader van drie zoons die probeert vooral zijn oudste zoon klaar te stomen voor het harde leven buiten het gezin. Als een ware drillsergeant zit hij de jongen dicht op de huid. Er is geen ontsnappen aan voor de gevoelige jongen die helemaal niet klaargestoomd wil worden voor de wereld middels vechtsimulaties met zijn vader. Ook de rest van het gezin heeft te lijden onder zijn regime. De moeder, een mooie, bijna verstilde rol van Jessica Chastain, geeft de jongens wel onvoorwaardelijke liefde en voert stil verzet tegen haar man. Mooie scene is als hij op zakenreis gaat en zij met de kinderen lachend en ravottend door het huis gaat. De bevrijding spat van het scherm.















De jonge jongens spelen ook voortreffelijk. Knap hoe je op die leeftijd zo overtuigend een karakter kunt neerzetten.
Gaande de film wordt steeds meer duidelijk dat de vader een gedessilussioneerd man is die graag muzikant was geworden maar uiteindelijk 'op de ventweg van zijn eigen leven' is terecht gekomen.

Vorm
Het duurde wel een half uur voordat ik de vorm van de film snapte en kon waarderen. De film bestaat uit heel veel losse beelden en flarden. We kijken met hoofdrolspeler Jack (Sean Penn) terug op zijn jeugd. En zoals je dat zelf ook hebt bestaan je herinneringen aan je jeugd veelal uit flarden. Mooi gedaan hoor. De beelden van zijn jeugd worden afgewisseld met beelden van celdelingen en het ontstaan van het heelal.

Wat me aanspreekt is dat de film geen antwoorden biedt en/of een pasklaar einde. Je blijft met meer vragen dan antwoorden achter. Filosofisch en verfrissend.

Ik kan me niet voorstellen dat de film een kaskraker is geweest in 2011. Daarvoor is de vorm en de insteek te filosofisch en intellectueel.

Regisseur Terence Malick, ook wel de kluizenaar van Hollywood genoemd omdat hij nooit interviews geeft of op de rode loper verschijnt, heeft met zijn vijfde film een knappe prestatie geleverd. Ik ga met terugwerkende kracht op zoek naar de vier eerdere films van zijn hand.

Monday, January 9, 2012

Diana Vreeland The Eye Has To Travel


















Tijdens de afgelopen IDFA heb ik twee mooie documentaires gezien; een over Kyteman en een over Diana Vreeland.

Bij Kyteman was ik vooral gefascineerd door zijn zoektocht naar creatieve authenticiteit. Hij veroverde in 2010 Nederland stormenderwijs. Vervolgens gaf hij er na één jaar de brui aan om in alle rust na te denken over: hoe nu verder? Daar begrepen veel mensen niets van. Instant beroemd en succes, dat gooi je toch niet zomaar weg. Respect voor zijn keuze! Kwetsbare zoektocht in mooie documentaire.

De tweede, over Diana Vreeland, vond ik helemaal geweldig. Verplichte kost voor bladenmakers en een manifest voor eigenzinnigheid. Diana Vreeland was in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw fashion editor van Harper's Bazaar en van 1963 tot 1971 hoofdredacteur van Vogue US en in die hoedanigheid tilde ze eigenhandig damesbladen, zoals ze toen nog heette, naar een hoger niveau. Beroemde uitspraak:'why waist our time on telling women how to make cookies if we have Russia'.
Nee, Vreeland schuwde het grote gebaar niet. Ze brak met de bestaande conventies en gaf opdracht voor reportages op de meest exotische plekken ter wereld. Dat dit een godsvermogen kostte deerde haar niet. Knap dat uitgeverij Condé Nast haar de vrije hand gaf. Vogue groeide onder haar bewind uit tot hét mode en lifestyle magazine van de jaren '60. In 1971 werd ze evengoed ontslagen. Haar kleindochter heeft met behulp van oude interviews, gesprekken met vrienden en collega's en animatie een mooie tribute aan haar oma gecreeërd.

Synopsis op IDFA.nl
"Ik kan geen kleine hapjes uit de modewereld nemen; dat voelt als mezelf uithongeren", aldus Diana Vreeland. De 'Empress of Fashion' zat in het midden van de twintigste eeuw vijftig jaar lang op haar troon als columniste voor en hoofdredacteur van de toonaangevende modetijdschriften Harper's Bazaar en Vogue. Door haar inspanningen voor het Costume Institute van het Metropolitan Museum of Art wist ze mode tot kunstvorm te verheffen. In Diana Vreeland: The Eye Has to Travel blikt de in 1989 overleden Vreeland zelf terug op haar bewogen leven, door middel van archiefinterviews (veelal opgenomen in haar bloemrijke woonkamer) en de nagespeelde dialoog tussen haar en schrijver George Plimpton, die in 1988 Vreelands memoires meeschreef. Bovendien komt de fine fleur van de modewereld aan het woord over de vrouw die hun zo inspireerde. Het geheel is rijkelijk geïllustreerd, met pagina's uit Vreelands tijdschriften en archiefbeelden. "Ik haat nostalgie", opent Vreeland het gesprek met Plimpton, waarop de schrijver haar vraagt hoe ze haar levensverhaal dan wel wil vertellen. Haar antwoord is tekenend voor haar schrijven, haar leven én de film die Lisa Immordino Vreeland (getrouwd met Vreelands kleinzoon) daarover maakte: "Het moet pit hebben!"

Als je de documentaire nog niet hebt gezien, en die kans is aanzienlijk, raad ik je aan te kijken of je hem alsnog te pakken kunt krijgen. Ook als je niet zoals ik idolaat bent van bladenmaken is het een absolute must om deze flamboyante, eigenzinnige dame aan het werk te zien. Ze gaf Yves Saint Laurent de ruimte om zijn ready to wear collectie te tonen aan de wereld en adviseerde en passant Jackie Kennedy wat ze moest dragen tijdens de inauguratie van JFK. What a character!

diana vreeland interview on youtube


















Eergisteren het boek met dezelfde titel gekocht bij de American Bookstore op het Spui. Als ik hem uit het plastic heb gehaald en bekeken laat ik weten of deze ook de moeite waard is. Wordt vervolgd!

Sunday, January 8, 2012

Howl

Net Howl gekeken. Mooie film over het gedicht van Allen Ginsburg dat veel commotie veroorzaakte toen het verscheen in 1956 als onderdeel van de dichtbundel Howl and other poems.

De film bestaat uit drie onderdelen:
1) Allen Ginsberg, gespeeld door een briljante James Franco, die in een bar in San Francisco het gedicht integraal voordraagt
2) De rechtszaak aangespannen tegen de uitgever van zijn gedicht. Jon Hamm, je weet wel Don Draper uit Mad Men, speelt de advocaat
3) De animatie die het gevoel van het gedicht erg goed illustreert en dimensies weergeeft die Franco met zijn monologen niet kan oproepen. Prachtig gemaakt door Eric Drooker en een Thaise animatiestudio.

57 jaar na dato staat het gedicht nog als een huis. Elementen eruit zijn moeiteloos over te zetten naar de huidige tijd. Dat maakt het werk ook zo speciaal. Het was shocking in 1955 maar heeft ook een relevantie die de eigen tijd ontstijgt.
Ik denk dat alle echt waardevolle creaties dit in zich dragen: een bepaalde tijd, hype of gedachtengoed overstijgend element. Zie ook de vorige post over Tin Drum van Japan. Waarom kun je 30 jaar later nog moeiteloos naar de ene cd luisteren terwijl een andere cd zo ongelofelijk gedateerd klinkt. Ik vermoed dat dit komt omdat een artiest duidelijk zijn eigen weg kiest om zijn kunst te verwoorden of verbeelden.

Ginsberg (Franco) verteld in het begin van de film ook over zijn bewondering en heimelijke liefde voor zijn vriend Jack Kerouac die hem er op wijst dat hij zijn eigen stem moet vinden. Ginsberg begrijpt dat hij moet praten vanuit hemzelf en dat hij de muren moet slechten tussen hoe hij praat tegen zijn vrienden en voor een groter publiek.

Echt een prachtige, met liefde gemaakte film over een beroemd gedicht. Mooi begin van de zondag.

Saturday, January 7, 2012

Japan Tin Drum

Ik luisterde gisteren op mijn iPhone een album dat vroeger veel indruk heeft gemaakt; Tin Drum van Japan. Ik had meteen weer dat gevoel van toen. Dat vind ik ook het mooie aan muziek, het zijn soms echte tijdvangers. Je bent weer helemaal terug op de plek waar het de eerste keer zo sterk binnen kwam. In dit geval was dat bij de zus van een goede vriend in Arnhem. Zij studeerde daar en had de plaat op de pick-up liggen (mooie oude woorden ook; plaat en pick-up!). Ik was meteen gevangen door de hoes en daarna door de aparte stem en vreemde ritmes. Heb de plaat direct op een bandje(!) gezet om er thuis naar te luisteren. Ik was meteen verkocht. Heb daarna ook Oil on Canvas gekocht, de liveplaat van dit album. De typische stem van Sylvian, de aparte Oosterse drumritmes en de hoekige fretloze baspartijen had ik niet eerder gehoord en pakte me helemaal in.

Japan was creatief op haar hoogtepunt met Tin Drum. De zoektocht van de vier Londenaren was voorbij. Gestart als een glamrockband, denk aan de hit Adolescent Sex, eindigde ze als strak gekapte mannen, goed in het pak en erg androgyn. Maar ondertussen ook met een volledig eigen muzikale stijl. Check op YouTube bijvoorbeeld Still Life In Mobile Homes of Sons of Pioneers van Tin Drum.

Zanger David Sylvian was naar eigen zeggen sterk beïnvloed door Roxy Music en David Bowie. Dat blijkt ook wel want zijn artiestennaam is een verwijzing naar David Bowie en Sylvain Sylvain van de New York Dolls. Zonder Bowie geen Sylvian en op zijn beurt geen Nick Rhodes van Duran Duran, die de stijl van Sylvian weer kopieerde.

Terug naar Tin Drum. Zoals gezegd was de band op haar hoogtepunt en kreeg het lovende kritieken van publiek en pers. Een oud gezegde is: stop op je hoogtepunt. Daar gaf David Sylvian direct gehoor aan: hij meldde zijn eigen weg te willen gaan omdat hij geen creatieve uitdaging meer zag in de band, meningsverschillen had met bassist Mick Karn en omdat hij het popsterrenbestaan leeg en vervelend vond.

Hij ging via popmuziek (o.a. hit Red Guitar) sterk de ambient kant op en heeft in relatieve luwte een zeer succesvolle carrière tot nu toe. Zijn broer Steve Jansen, ook de drummer in Japan, speelt tegenwoordig mee in de band van David Sylvian.

In 2011 overleed de bassist van Japan, Mick Karn, totaal berooid in Londen aan kanker. Een groot verlies voor de muziekwereld. Zijn aparte fretloos basgeluid was zeer bepalend voor Japan en inspireerde veel bassisten in de jaren '80 van de vorige eeuw.

Tin Drum is ook 30 jaar na dato zeer de moeite waard en klinkt totaal niet gedateerd. Erg knap.

Thursday, January 5, 2012

Vivian Maier streetphotographer

Soms word je getipt over een kunstenaar en ben je echt 'swept away' als je het werk bekijkt. Dat had ik vandaag na een tip van een vriend over Vivian Maier, een geweldige straatfotograaf, die pas na haar dood bij toeval werd ontdekt, omdat iemand haar negatieven kocht op een rommelmarkt in Chicago, Illinois.
Ze blijkt meer dan 100.000 negatieven te hebben geschoten. Als die allemaal even goed zijn als de foto's die nu op www.vivianmaier.com staan kan ik niet wachten tot die gepubliceerd worden.

Wel verrassend om te horen dat het boek over haar werk betaald is met geld via crowfundingsite www.kickstarter.com. Was er geen uitgever geïnteresseerd dit werk uit te geven?

Lees vooral ook het verhaal over haar leven op de site. In het kort: ze werkte haar hele leven als nanny of in andere dienstverlenende beroepen en hield haar foto's voor haarzelf. De werken die ontdekt werden op de beurs kwamen uit een opslagruimte die werd geruimd nadat ze tegen het einde van haar leven de huur niet meer kon opbrengen.
Gelukkig maar, zou ik willen zeggen. Wat een vondst. Degene die de negatieven heeft gekocht heeft zich ook fulltime geworpen op het onder de aandacht brengen van haar werk. Eerst met een blog, daarna een website en nu dan het boek.

Haar foto's geven een prachtig beeld van alledaags Amerika in de jaren '50 en '60.

Check it out!





Tuesday, January 3, 2012

Ozzy rules

Ik kreeg vorige week de geautoriseerde biografie van Ozzy Osbourne van een goede vriend. Ik was sceptisch want had al eerder zijn levensverhaal in boekvorm gelezen en daar was ik niet van opgeknapt. En dit jaar in Bangkok de biografie van Slash gekocht waar ik echt niet doorheen kwam. Hoop grootspraak.

Ook het eerste boek over Ozzy bevatte veel sensatiezucht en was duidelijk geschreven om een graantje mee te pikken van het onverwachte succes van de hilarische realitysoap The Osbournes op MTV begin 2000.

Deze biografie is echter andere koek. Hij is duidelijk geschreven vanuit Ozzy zelf en is soms al even hilarisch als de tv serie. Het is geschreven zoals Ozzy praat, je hoort het hem zeggen...ik lig soms huilend van het lachen het boek te lezen.

Ik ben al sinds 1985 een groot fan van zijn muziek en heb hem in 1991 ook zien optreden in Paradiso. Geweldig. Vooral de jonge gitarist Zakk Wylde maakte een onvergetelijke indruk op me met zijn custom designed Les Paul en het feit dat hij het hele concert wijdbeens gitaar speelde. Na elk nummer gooide Ozzy een emmer water over zijn eigen hoofd of over de eerste rijen in de zaal. Haha, wat was ik blij dat ik op het balkon stond.

Terug naar de biografie; ik ben net op het punt aanbeland waar Black Sabbath wordt geformeerd. Ozzy komt met een naam op de proppen die hij heeft bedacht op de wc; het merk talkpoeder dat zijn moeder gebruikt voor bezwete oksels...hoe verzin je het?
Andere anekdote: Ozzy gaat vreemd met een bardame uit hotel en heeft naderhand meteen het gevoel dat hij AIDS heeft want hij is een rashypochonder, naast alle andere geestelijke afwijkingen.
Bij een test blijkt inderdaad dat hij HIV positief is. Hij gaat door de grond om maar te zwijgen over Sharon, die naast hem zit. Vervolgens belt het lab dat er iets niet klopt. Hij is niet HIV positief maar zijn immuumsysteem is zo naar de klote door drank en drugs dat zijn lichaam wel denkt dat hij HIV positief is...hahahaha.

People ask me how come I'm still alive, and I don't know what to say. When I was growing up, if you'd have put me up against a wall with the other kids from my street and asked me which one of us was gonna make it to the age of sixty, with five kids and four grandkids and houses in Buckinghamshire and California, I wouldn't have put money on me, no f**king way. But here I am: ready to tell my story, in my own words, for the first time. A lot of it ain't gonna be pretty. I've done some bad things in my time. But I ain't the devil. I'm just John Osbourne: a working class kid from Aston, who quit his job in the factory and went looking for a good time.'

Wat een kerel.

Ik ben alleen wel heel benieuwd hoe Ozzy gezien zijn drank- en drugsverleden nog zoveel details uit zijn leven kan herinneren. Is hij Korsakow immuum?

Echt een must read!

Sunday, January 1, 2012

Beginners


1 januari 2012 bleek de juiste dag om de film Beginners te kijken. Ewan McGregor en Christopher Plummer spelen een vader (Hal) en zoon (Oliver).

De vader bekent na de dood van zijn vrouw dat hij homofiel is én komt erachter dat hij terminale longkanker heeft. Dat weerhoudt hem er niet van te gaan daten, feestjes te bouwen met nieuwe vrienden en ronduit gelukkig te zijn met zijn nieuwe verworven vrijheid.

Deze twee zaken (homofilie en kanker) zorgen ervoor dat Hal en Oliver hun vader-zoonrelatie onder de loep moeten leggen en kijken hoe er een nieuwe draai aan te geven.
Confronterend voor Oliver is de liefde van zijn vader voor zijn nieuwe jonge vriend. Hij beseft dat zijn vader nooit zoveel van hem gehouden heeft.

Parallel aan dit verhaal loopt de prille liefde van Oliver voor een Franse actrice. Na een romantisch begin op een feestje weten ze vervolgens niet hoe ze een relatie moeten opbouwen en in stand houden. Ze worden beide geconfronteerd met hun verleden en hun huidige barrières. Hoe hier mee om te gaan in plaats van weg te lopen?

De film heeft een mooie trage cadans en een originele manier om dingen te duiden en/of uit te leggen. Mooie visuals ook. Check it out!

1 januari is goed begonnen, we zijn pas halverwege. Op naar de volgende film: Howl.